Europese regels verplichten brandstofleveranciers om hernieuwbare waterstof te leveren aan de mobiliteitssector. De leveranciers kunnen zelf waterstof gebruiken of ‘verhandelbare rechten’ kopen van partijen die er te veel hebben.
Door de correctiefactor krijgen brandstofleveranciers minder rechten voor elke kilogram waterstof die ze gebruiken in raffinaderijen. Directe inzet en gebruik van synthetische brandstoffen leveren nog wel dezelfde hoeveelheid rechten op.
Voorstel correctiefactor
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stelt een correctiefactor van 0,4 voor. Dit houdt in dat 1 eenheid waterstof voor directe inzet in de mobiliteit, gelijk staat aan 2,5 eenheden waterstof in raffinaderijen. Bij directe inzet wordt waterstof direct getankt, bijvoorbeeld in brandstofcelvoertuigen.
Onderzoek van TNO als basis
Het ministerie van IenW baseert de correctiefactor op een rapport van onderzoeksorganisatie TNO. Dit onderzoek laat het kostenverschil zien tussen directe inzet en de raffinageroute. Op basis van dit kostenverschil berekenden de onderzoekers binnen welke grenzen de correctiefactor moet liggen om te zorgen voor gelijke omstandigheden. Met deze grenzen koos het ministerie van IenW een correctiefactor.
Direct gebruik en raffinageroute
Er zijn 3 manieren voor brandstofleveranciers om aan hun verplichting voor hernieuwbare waterstof in de mobiliteit te voldoen:
- Direct gebruik van pure hernieuwbare waterstof. Bijvoorbeeld voor vrachtwagens.
- Direct gebruik van synthetische brandstoffen (e-fuels). Bijvoorbeeld voor schepen en vliegtuigen. Door hernieuwbare waterstof en CO2 samen te voegen ontstaan e-fuels.
- Gebruik van hernieuwbare waterstof via de raffinageroute. Raffinaderijen gebruiken dan hernieuwbare waterstof in het productieproces van transportbrandstoffen, zoals benzine en diesel.
Voor direct gebruik van waterstof of e-fuels is veel geld nodig. Bijvoorbeeld om tankstations te bouwen of e-fuels te maken.
De raffinageroute is een goedkopere optie omdat raffinaderijen al (grijze) waterstof gebruiken, gemaakt met aardgas. Er zijn geen grote aanpassingen nodig in de fabriek. Raffinaderijen kunnen daarom redelijk makkelijk en tegen lagere kosten overstappen op hernieuwbare waterstof. Deze route maakt dus goedkopere opschaling van elektrolyse in Nederland mogelijk.
Mobiliteitsdoel halen via direct gebruik
Direct gebruik van hernieuwbare waterstof in de mobiliteit bespaart CO2. Deze besparing draagt bij aan het nationale klimaatdoel voor de mobiliteitssector. Maar bij de raffinageroute telt de bespaarde CO2-uitstoot mee voor het klimaatdoel van de industrie. Met de correctiefactor probeert het ministerie van IenW direct gebruik van hernieuwbare waterstof en e-fuels in de mobiliteitssector te stimuleren.
Reageer op de plannen
In het voorjaar van 2025 kan de markt reageren op de correctiefactor via de internetconsultatie over de ‘Wijziging Regeling energie vervoer’. Houd onze website en LinkedIn-pagina in de gaten voor verdere updates.
Daarnaast is er een mogelijkheid voor de markt om tot 6 december 2024 feedback te geven op andere onderdelen van de raffinageroute. Dit kan via de internetconsultatie over de ‘Wijziging Besluit energie vervoer REDIII’.
De aangepaste jaarverplichting voor brandstofleveranciers gaat waarschijnlijk vanaf 1 januari 2026 in. De raffinageroute is hier onderdeel van.
Meer informatie