Visie op waterstofdragers: duidelijkheid over opties

Jeroen van Bochove (links) en Jos Benner (rechts).
24-01-2025

Ben jij benieuwd hoe het kabinet aankijkt tegen opslag, transport en gebruik van waterstofdragers in ons land? Ontdek het in de visie op waterstofdragers. Projectleiders Jeroen van Bochove (KGG) en Jos Benner (IenW) delen achtergrond, inzichten en vervolgstappen over dit project.

Lees ons nieuwsbericht voor de belangrijkste punten uit de visie: Kamerbrief schetst gewenste ontwikkeling markt waterstofdragers

Wat zijn waterstofdragers?
Waterstof kan worden gebonden aan andere stoffen, zoals ammoniak en Liquid Organic Hydrogen Carriers (LOHC's). Deze stoffen heten waterstofdragers. Daarnaast is het mogelijk om waterstof vloeibaar te maken. Waterstofdragers en vloeibare waterstof maken het transport en de opslag van waterstof makkelijker. Ze nemen namelijk minder ruimte in dan waterstofgas.

Kracht van waterstofdragers

“Aardgas en aardolie maken de komende decennia plaats voor duurzame alternatieven, zoals waterstof en waterstofdragers”, vertelt Jeroen van Bochove, beleidsmedewerker bij het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). “Verschillende soorten waterstofdragers spelen een rol. Deze kan je voor een deel direct toepassen als brandstof of grondstof. Een ander deel kan je na import omzetten naar waterstofgas.”

Import is noodzakelijk volgens Jos Benner, beleidsmedewerker bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW): “Nederland en de directe landen om ons heen produceren niet genoeg waterstof om aan de vraag naar energie en grondstoffen te voldoen. Dat is waar waterstofdragers om de hoek komen kijken.”

Waterstofgas is namelijk het makkelijkst te verplaatsen via buizen. Maar voor grote afstanden (intercontinentaal) kan dat niet. Daarom is transport via schepen nodig voor import van buiten Europa, bijvoorbeeld uit Australië, de Verenigde Staten, Brazilië of Uruguay. “Waterstofgas neemt veel ruimte in, waardoor je vaak op en neer moet varen. Dat is niet praktisch”, legt Jeroen uit. “Met waterstofdragers kan je met minder schepen dezelfde hoeveelheid energie vervoeren. Dat maakt het vervoer efficiënter, goedkoper en duurzamer.”

Situaties per geval beoordeeld

“Net als bij alle andere stoffen die we in ons land vervoeren en gebruiken, kijken we bij waterstof en waterstofdragers naar de veiligheid voor de omgeving. Dan gaat het om mens en milieu. Die veiligheid verschilt sterk per stof”, zegt Jos. “Wat betekent dat voor de manier waarop we in Nederland om willen gaan met deze stoffen? En hoe regelen we doorvoer naar Duitsland? Om dit soort vragen te beantwoorden, startten we een paar jaar geleden met onderzoek naar waterstofdragers.”

Jos: “Er zijn veel verschillende manieren om met waterstofdragers om te gaan. Daarom was het belangrijk om eerst de verschillen goed te begrijpen. Zo kan je bepalen welke drager het beste past bij een bepaalde locatie of soort gebruik. Voor transport naar Duitsland gelden bijvoorbeeld andere voorkeuren dan voor lokale inzet.”

Op basis van het onderzoek, begonnen IenW en KGG anderhalf jaar geleden met het ontwikkelen van de visie. Deze richt zich op hoe we in Nederland omgaan met waterstofdragers. Daarbij kijken de ministeries niet alleen naar de stoffen. Ook maken ze onderscheid tussen verschillende locaties van bedrijven, hoeveelheden en soorten eindgebruik. Jeroen: “Je kan niet alle situaties over één kam scheren.”

Ingewikkelde puzzel

Elke waterstofdrager en de manier waarop wij ermee omgaan in ons land, heeft andere gevolgen voor de maatschappij. De visie bekijkt de toeleveringsketens (zie alinea hieronder voor uitleg) voor verschillende waterstofdragers vanuit het perspectief van 10 publieke belangen. Bij deze belangen wordt uitgegaan van de inhoud van het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE). Jeroen: “Traditioneel kijken we bij het maken van energiebeleid vooral naar leveringszekerheid en betaalbaarheid. Met de energietransitie is duurzaamheid daarbij gekomen. Maar het NPE en deze visie geeft ook aandacht aan bijvoorbeeld veiligheid, milieu, gezondheid en ruimtelijke ontwikkeling.”

 “Voor de ene partij zijn sommige belangen belangrijker dan voor de ander. We probeerden daarbij alle invalshoeken mee te nemen”, zegt Jeroen. Verschillende mogelijkheden voor toeleveringsketens werden afgewogen op basis van deze belangen. Een toeleveringsketen is de reeks van stappen en processen die nodig zijn van productie tot eindgebruik, inclusief bijvoorbeeld opslag en vervoer van waterstofdragers. Jeroen: “Niet alle bedrijven zijn of worden aangesloten op een buisleiding, of zijn bereikbaar met een schip.”

“Een ingewikkelde puzzel dus, maar het resultaat is een compleet beeld over waterstofdragers”, vervolgt Jeroen. In de visie staat een tabel die dit visualiseert. Deze laat zien welke drager het beste past in verschillende situaties. Jos: “Alle betrokkenen reageerden positief hierop. Deze tabel geeft een duidelijk overzicht en zorgt voor houvast. Het biedt inzicht in hoe de Rijksoverheid wil omgaan met de verschillende opties.”

Overzicht van de beoordeelde waterstofdragers voor verschillende soorten gebruik.
Klik op de tabel voor een groter formaat.

Voorkeuren verschillen per situatie

Volgens Jeroen is er geen duidelijke favoriete waterstofdrager: “Welke drager het beste is, hangt af van veel zaken. Bijvoorbeeld waarvoor het bedrijf het gebruikt, hoeveel ervan nodig is en op welke locatie het bedrijf zich bevindt.”

Toch zijn er dragers die vaker als geschikt of minder geschikt uit de bus komen. Ammoniak scoort in een aantal gevallen bijvoorbeeld minder goed. “De markt zette vooral in op ammoniak, ook wereldwijd. Maar deze visie laat zien dat er meer alternatieven zijn”, vertelt Jos. “Die zijn nu misschien nog minder ontwikkeld, maar lijken sneller inzetbaar te zijn dan we eerst dachten.”

De visie benadrukt dat het belangrijk is om in te zetten op verschillende waterstofdragers, vormen van vervoer, transportroutes, technologieën en exportlanden. Dit heet diversificatie. “Zo voorkom je ook dat je afhankelijk bent van één vervoersmogelijkheid en dat deze misschien wel te zwaar belast raakt”, legt Jos uit.

Samenwerking als sleutel

Veel partijen werkten mee aan de visie. Denk aan bedrijven, medeoverheden en kennisorganisaties. “Zij brachten veel kennis en ervaring in. Onder andere over technologie en marktontwikkelingen”, zegt Jeroen. Zo waren bijeenkomsten voor betrokken partijen waardevol. Ze konden reageren op plannen en met de makers van de visie in gesprek gaan: “Hier leerden we elkaars perspectieven kennen. Ook konden we onze eigen ideeën toetsen en feedback ontvangen. Door dit interactieve proces begrijpen we elkaar nu beter.”

De feedback leidde tot een aantal gerichte aanvullingen. Bijvoorbeeld bij één van de onderzoeken: de multicriteria-analyse over verschillende importketens van waterstofdragers. “Op basis van feedback lieten we bepaalde (gevoeligheids)analyses anders of aanvullend onderzoeken. Dit leidde tot een nog completer en beter onderbouwd eindrapport”, vertelt Jeroen. Jos voegt toe: “Marktpartijen hebben meer dan eens aangegeven dat zij het waardeerden dat we de feedback serieus namen.”

Verdere uitwerking na publicatie visie

De visie is er, maar er moet nog veel gebeuren. “We bekijken hoe we het best kunnen sturen op de koers uit de visie. Hoe passen we de visie toe en welke afspraken maken we daarover?” zegt Jeroen. De bedoeling is om hiervoor in de eerste helft van 2025 flinke stappen te zetten. Hierbij willen de ministeries opnieuw de verschillende betrokkenen goed betrekken. “Ook moeten we sommige elementen verder uitwerken. Bijvoorbeeld de vergelijking tussen verschillende vormen van ammoniak, die wel of niet gekoeld zijn. En de mogelijke rol van waterstofdragers voor seizoensopslag of strategische voorraden. Daar zijn we tijdens het maken van de visie nog niet aan toegekomen.”

Er zijn verder constant nieuwe inzichten over waterstofdragers en hun toeleveringsketens, waar we iets mee kunnen.” Daarom komen er in de toekomst ook nieuwe versies van de visie. Jeroen: “In principe willen we iedere 2 á 3 jaar het vergelijkende onderzoek rondom dragers opnieuw doen. Op basis van nieuwe inzichten kijken we of we nog steeds op dezelfde conclusies uitkomen.”

Internationaal voorloper

“We delen onze visie op waterstofdragers ook internationaal. Om te beginnen met landen zoals België en Duitsland”, zegt Jeroen. “Voor sommige landen is onze brede aanpak nieuw, waarbij we naast kosten en leveringszekerheid ook meer uitgebreide maatschappelijke vraagstukken betrekken. Andere landen zijn geïnteresseerd hoe Nederland dit aanpakt. Op internationaal niveau is deze visie uniek en lopen we voorop.”

Er is ook contact met de Europese Commissie. Jeroen: “Waarschijnlijk bekijken ze volgend jaar hun waterstofstrategie opnieuw. We hopen dat ze dan meer aandacht besteden aan waterstofdragers en onderdelen uit onze visie gebruiken.” Verder komt er een Engelse vertaling van de visie en de documenten die erbij horen.

De juiste richting op

De komende maanden ligt de focus op het in praktijk brengen van de visie. Jos: “Het is belangrijk dat de visie er is. Maar als je er niks mee doet, levert het niks op. Dat is de grootste uitdaging. De reacties zijn tot nu toe positief en de eerste stappen worden gezet, maar we moeten blijven werken aan de verdere uitwerking.”

Wat Jeroen hoopt dat deze visie met zich meebrengt? “Een energie- en grondstoffentransitie die zo goed mogelijk aansluit bij de maatschappij. Gefocust op meerdere dragers en afgestemd op verschillende belangen.” Hij hoopt dat het helpt bij de diversificatie van waterstofdragers: “Deze visie laat zien op welke stoffen we ons het beste kunnen focussen. Ook geeft het inzicht in de dragers, delen van de keten en typen vervoer die aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld in de vorm van innovaties.”

Jeroen denkt dat de visie helpt bij de verdere uitwerking van beleid rondom waterstofdragers: “Het is wel zo prettig om een idee te hebben van waar we naartoe willen, voordat we beginnen met rennen.”

Meer informatie

  • Ga naar de pagina Waterstof op RVO voor meer informatie en de laatste ontwikkelingen

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen