Elektriciteitsopwekking

In het Coalitieakkoord van 2021 staat de afspraak om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn. Daarom is het doel voor 2030 in de Klimaatwet aangescherpt tot tenminste 55% CO2 reductie. Om dit doel ook zeker te halen, richten we het beleid op een hogere opgave, wat neerkomt op circa 60% in 2030. We maken daarom de overstap naar energiebronnen die geen broeikasgassen uitstoten. Gascentrales zullen ook na 2030 nodig blijven als regelbaar vermogen voor de leveringszekerheid. Wel wordt met middelen uit het Klimaatfonds ingezet op het ombouwen van gascentrales, zodat deze CO2 -vrij gas kunnen inzetten.

CO2-vrije energiebronnen

Nederlandse bronnen van CO2-vrije energie zijn voornamelijk zonne- en windenergie en eventueel kernenergie. Energie kan ook door internationale uitwisseling in Nederland komen. Maar deze bronnen leveren niet allemaal continu een constante hoeveelheid energie. Tijdens bijvoorbeeld een windstille nacht is er geen opwek van zonne- en windenergie. Of omgekeerd, op een zeer zonnige zomerdag wordt er meer zonne-energie opgewekt dan er nodig is. Naast flexibele aanpassing van de elektriciteitsvraag, internationale uitwisseling en (batterij)opslag, kan waterstof als energiedrager een rol spelen om dat verschil op te vangen.

Routekaart Waterstof

De belangrijkste conclusies uit de Routekaart Waterstof voor het thema elektriciteitsopwekking zijn:

  • Door meer variabele opwekking van duurzame energie is flexibiliteit in het elektriciteitssysteem nodig.
  • Nederlandse gascentrales bieden een goede uitgangspositie voor omschakeling van aardgas naar waterstof.
  • In het coalitieakkoord is subsidie voor de ombouw van gascentrales opgenomen en er wordt toegewerkt naar een instrument hiervoor.
  • Op basis van ETS zal hele elektriciteitssector, samen met de grote industrie in de EU in 2040 per saldo geen CO2 meer uitstoten.

Wil je meer weten over het thema elektriciteitsopwekking? Lees dan hoofdstuk 8 van de Routekaart Waterstof.

Nieuws en inspiratie

    Cookie-instellingen