Elektrisch laden en waterstof tanken moet net zo vanzelfsprekend worden als het tanken van benzine en diesel nu is. De wet gaat het voor bedrijven en burgers eenvoudiger maken om van een brandstofauto over te stappen naar een duurzaam alternatief.
Elke 200km een waterstoftankstation
De plannen voor de bouw van waterstoftankstations en laadpalen maken onderdeel uit van de nieuwe verordening voor de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFIR). De EU-landen zijn overeengekomen waterstoftankstations te bouwen in alle grote steden en ten minste om de 200 km langs het centrale trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T). Deze infrastructuur zou vanaf 2030 beschikbaar moeten zijn. Ook moeten er in 2027 langs alle Europese snelwegen om de 60 kilometer laadstations zijn voor elektrische auto’s, bestelwagens en zware bedrijfsvoertuigen.
Tankstations in Nederland
TNO heeft in opdracht van Rijkswaterstaat een rapport geschreven en de Nederlandse positie ten aanzien van het AFIR-voorstel onderzocht. Om aan het AFIR-voorstel voor waterstof te voldoen moeten er minimaal zestien tankstations worden gebouwd met een aanzienlijke capaciteit voor gecomprimeerde waterstof. Daarnaast moet er bij vijf stations ook vloeibare waterstof beschikbaar te zijn. Recente Nederlandse studies tonen aan dat er in 2030 wel 48 tot 70 stations nodig zullen zijn. De verwachting is dus dat de behoefte naar waterstof in Nederland aanzienlijk hoger ligt dan het minimum aantal te bouwen tankstations uit het Europese voorstel.
Goedkeuring wet
De definitief overeengekomen tekst van de wet moet nog worden gepubliceerd. De Raad en het Parlement moeten de verordening nu formeel goedkeuren, waarna deze na een overgangsperiode van zes maanden in werking zal treden. De wet specificeert de verplichtingen van elke betrokken belanghebbende, voorziet in het volgen van de voortgang, zorgt ervoor dat gebruikers goed worden geïnformeerd en voorziet de industrie van gemeenschappelijke normen en technische specificaties.